English text below:
In Nederland is Kerstavond niet zo’n ding. Misschien wel voor de mensen die elkaar kadootjes geven met Kerst, maar dat zijn er, vergeleken met andere landen, nog relatief weinig. De winkels gaan wel op tijd dicht, en er hangt altijd zo’n sfeer van verwachting in de lucht. Iedereen die genoeg te besteden heeft en mensen om samen Kerst mee te vieren, heeft het huis al tjokvol gestouwd met eten en versieringen. Of gewoon een extra kaarsje gekocht en een bescheiden maaltijd voorbereid. Waar ik op Kerstavond altijd aan denk is aan Immanuel: God met ons. Die naam van Jezus heeft voor mij een heel bijzondere betekenis. Graag wil ik dat verhaal met jullie delen.
Voor ik aan het verhaal begin, wil ik een paar dingen benadrukken. Ik ga het hebben over ‘zware’ en ‘lichte’ kerken. Dat is alleen een aanduiding, geen veroordeling. Ik denk en weet dat geen enkele kerk ideaal is. De ‘zware’ kerken die ik beschrijf, zijn niet fout. Ik heb veel bewondering voor de mensen die er naartoe gaan. Mijn vriendin E, over wie ik schrijf, gaat naar een ‘zwaardere’ kerk dan de mijne, maar dat betekent absoluut niet dat men het daar niet bij het rechte eind heeft. Iedere kerk heeft vaak een eigen ‘stokpaardje’, of dat nu de zonde is, genade, doop, het vieren van de sabbat of het spreken in tongen, iedere kerk heeft wel een prioriteit. Dat ten eerste.
Ten tweede ga ik het hebben over de Heilige Geest. De christelijke kerk leert dat God een drie-eenheid is: God de Vader, God de Zoon, God de Heilige Geest. Het zijn drie Personen, maar ze zijn samen Één. Ik beschrijf hier mijn ervaringen met de Heilige Geest. Voor een gelovige zal het misschien wonderlijk zijn, maar ik kan me voorstellen dat het voor een ongelovige klinkt als een scene uit ‘the exorcist’, alsof ik helemaal bezeten was. Ik wil jullie even geruststellen: dat was ik niet! Als God’s Geest in je gaat werken, leidt Hij je en geeft Hij je de woorden om te zeggen. Maar nóóit laat Hij je dingen doen die niet goed zijn, die tegen je geloof ingaan of andere engige exorcist-flauwekul. Zo, nu het verhaal:-)
Ik heb een vriendin, E, die ik al vanaf mijn elfde ken. Ik had een oproepje voor een penvriendin geplaatst op de kinderpagina van het tijdschrift van de Evangelische Omroep, en zij was een van de velen die reageerden. Ik nam alle brieven die ik als reactie had gehad op mijn oproepje mee naar school om ze aan mijn vriendinnen te laten zien, zodat ik een selectie kon maken. Sommige keuzes waren makkelijk: zij omdat ze een eigen paard had en ik dol op paarden was, zij omdat ze dezelfde hobby’s (schrijven, lezen, zingen) had, zij omdat ze geadopteerd was (hoe cool) en zij omdat ze al zo volwassen leek voor haar leeftijd en we dachten dat ik nog wel iets van haar op kon steken. E’s brief viel niet op. Hij was heel kort, was niet geschreven op mooi postpapier en we leken niet direct iets gemeen te hebben. Door mijn vriendinnen werd die brief dan ook meteen naar de ‘absoluut niet’ stapel verbannen. Stiekem heb ik ‘m daaruit gevist, omdat ik het idee had dat ik dit meisje moest schrijven. Dat dit belangrijk was. Ik weet niet waarom, maar de brief trok me aan.
Ik begon met iedereen te schrijven, en na een paar jaar viel eigenlijk iedereen af. E niet. Ze bleek een beste vriendin te hebben die wel met mijn toenmalige beste vriendin wilde schrijven. Dat ging een tijdje zo door tot we afspraken bij elkaar te gaan logeren. E woont in een ander deel van het land, een deel waar ze met een dialect praten. Ik verstond haar soms niet als ze met haar familie sprak, maar we hadden zeker een klik. Ik werd aan iedereen voorgesteld en had het enorm naar mijn zin. Het contact tussen mijn vriendin en haar vriendin verwaterde, maar wij bleven schrijven. Ook bleven we regelmatig bij elkaar logeren.
Ik denk dat we een jaar of zestien waren, toen ze bij ons kwam logeren. Amerikanen zijn bekend met de Bible Belt, nou, wij ook hoor! Sommige streken in ons land zijn ‘zwaar’ Christelijk. En met zwaar bedoel ik: geen TV in huis en zeker geen TV kijken op zondag, zwarte kleding, lange rokken en hoeden op naar de kerk, niet buitenspelen of met de fiets of auto rijden op zondag, preken over hel en verdoemenis aanhoren in de kleine dorpskerk, psalmen zingen op hele noten, urenlang tobben over of je wel of niet uitverkoren bent… Ikzelf ben opgegroeid in een kerk waar oudere vrouwen wel hoedjes droegen, maar waar het absoluut niet verplicht was, en waar nu vrijwel niemand meer een hoed draagt. Waar je in allerlei kleuren terecht kon en tegenwoordig ook niet meer vreemd wordt aangekeken als je als vrouw een broek draagt, waar je wel buiten mocht spelen, waar we een aantal jaren geleden zijn overgestapt van hele noten naar ritmisch zingen, waar we wel te horen kregen over de hel en verdoemenis, maar waar juist ook werd verteld dat Jezus ons daarvan redt, als we maar in Hem geloven, waar iedereen wordt geroepen door Jezus en iedereen gered wordt als hij of zij maar achter Hem aangaat. Ik wil hiermee ab-so-luut niet zeggen dat mijn ‘lichtere’ kerk beter is dan een zwaardere. Mijn kerk is weer ‘zwaar’ vergeleken bij een Evangelische gemeente. En geloof me, in mijn dorp hebben we genoeg vergelijkingsmateriaal. Ik woon midden in de Bible Belt, en dat leidt tot minstens elf kerken in een dorp van 18.000 mensen. Ik heb soms wel bewondering voor de mensen uit zwaardere kerken. Sommigen horen zondag aan zondag dat ze nooit goed genoeg zijn voor God. Dat ze een heel bijzondere ervaring moeten hebben (die dan wordt onderzocht door een commissie) om maar belijdenis te mogen doen. Die horen dat er maar een handvol mensen door God uitverkoren is en dat je dus nooit weet of je bij Hem hoort en in de hemel komt. En dan tóch blijven hopen, blijven geloven, hun God blijven dienen. Sommigen dragen zwarte kleding omdat ze zich zo bewust zijn van hun zonden dat ze niet te frivool gekleed willen gaan. Sommigen dragen rokken (en niet alleen op zondag, altijd) omdat er in de Bijbel staat dat het niet goed is als een vrouw zich als een man kleedt. En sommigen dragen hoeden in het huis van God omdat Paulus heeft gezegd dat je hoofd uit eerbied voor God bedekt moet zijn. Dit allemaal uit pure liefde voor God, geloof in Zijn Woord maar ook vaak uit traditie. In iedere kerk heb je meelopers, mensen voor wie het geloof meer traditie is dan een levend iets.
E komt uit een deel van ons land waar voornamelijk ‘zware’ kerken zijn. Dat is al honderden jaren zo, en er wordt door sommige mensen hard gevochten om elke verandering tegen te houden. Dat snap ik best. Het is soms heel troostvol om elke week op je vaste plek in de kerk te gaan zitten (en als iedereen die elke week in de kerk zit er is, gaan er lampjes uit en mogen gasten een overgebleven plaatsje zoeken). Om iedere zondag je vaste zondagse rok aan te trekken en je hoed op te zetten. Om alles wat de dominee zegt voor waar aan te nemen. En om iedere week hetzelfde te horen: je bent een zondaar, je hebt het helemaal verprutst bij God. En soms, heel soms, hoor je stilletjes goed nieuws door die boodschap heen: Jezus is gestorven voor onze zonden. Veel mensen wentelen zich in de wetenschap dat ze zondaars zijn. Het is hun identiteit geworden, het drukt zwaar op hen en het hele idee van ‘uitverkiezing’ maakt hen nog zekerder van hun zaak: God wil me niet, maar ik zal tot mijn dood blijven hopen. Zo leerde ik E’s geloof kennen toen ze bij me kwam logeren.
E mocht dan nog wel kleur dragen in de kerk, maar deze ideeën hadden zich in haar hart en hoofd genesteld. Ze had nooit anders gehoord dan ‘je bent niet goed genoeg voor God’. Wat ze maar bleef herhalen was: hoe weet je nou of je uitverkoren bent? Of God je wel wíl aannemen? Ben ik niet te zondig? Waarom is Jezus gestorven voor de zonden als er toch maar een paar mensen gered worden? Waarom ben ik niet genoeg? Wat moet ik doen om God’s liefde te verdienen? Ook haar ouders worstelden met die vragen, en ik denk dat ze onbewust nog meer die onzekerheid op haar overbrachten. Een onzekerheid die niet alleen haar geloofsleven bepaalde, maar haar hele leven. Ze wilde van haar (prachtige!) sproeten af, ze vond zichzelf te dik (was ze absoluut niet!), ze was verlegen, wist niet goed wat ze moest met haar leven en was in het algemeen heel onzeker en wat je noemt een ‘doemdenker’.
Tijdens de paar dagen dat ze bij ons logeerde, hebben we eigenlijk alleen maar gepraat. Gepraat over haar twijfels, haar diepe angst nooit goed genoeg te zijn, over uitverkiezing, over Jezus’ offer, over genade en proberen zalig te worden door dingen voor God te doen. Over bijzondere ervaringen die je moet hebben om bij het selecte groepje te horen dat bij God hoort, over zonde.
Ik wist tijdens die paar dagen niet wat me overkwam. Ten eerste omdat haar geloofsbeleving zover van de mijne afstond, ik zó geschokt was dat er hele horen mensen zo in onzekerheid leefden, maar ook omdat ik nog nooit eerder God’s Geest zo had ervaren. Natuurlijk was de Heilige Geest al lang in mijn leven: ik heb Hem, toen ik elf was, bewust in mijn hart uitgenodigd en sindsdien heeft Hij me geholpen God beter te begrijpen, meer te vertrouwen, beter met Hem te praten, en ervaringen die ik met de duisternis had te pareren. Daarover later trouwens nog een keer meer. Maar goed, zoals dát weekend heb ik God’s Geest nog nóóit ervaren! We hebben veel van elkaar geleerd, maar we hebben bovenal van God geleerd. Ik mocht dingen aan E uitleggen waarvan ik helemaal niet wist- haar vragen beantwoorden terwijl ik geen antwoorden had en er was zelfs een volkomen logische verklaring voor de uitverkiezingsvraag – al zou ik nu echt niet meer weten wat die verklaring is en ga ik nu op mijn gevoel af. Het was écht heel vreemd. Ik hoorde mezelf praten en dacht: ‘Maar dit wéét ik helemaal niet. Hoe kan ik dit nu zeggen?’ En als ik dan de Bijbel erbij pakte en het op ging zoeken, bleek het te kloppen. Ik ben helemaal niet iemand die onthoudt waar bepaalde teksten in de Bijbel staan, maar nu kon ik ze gewoon meteen opslaan. Ik praatte en praatte, legde uit en stelde gerust, en ik zag E veranderen. Van scepsis (ja, zo heb jij dat geleerd, maar ik niet), naar hoop (zou het waar zijn?) naar geloof. Het waren verreweg de meest absurde dagen die ik heb meegemaakt. Gewoon omdat God’s Geest zo duidelijk de leiding nam en mij – MIJ!- wilde gebruiken! Ik voelde me helemaal vervuld van Zijn liefde, Zijn woord, Zijn Geest. En dat is ook voor E heel duidelijk geweest. We hebben een paar keer hard zitten lachen omdat ik maar niet kon ophouden met praten over God’s liefde voor haar, Zijn genade, Zijn offer en Zijn aanbod aan de hele mensheid. Het was surrealistisch.
De jaren erna hebben we voornamelijk over ons geloof gepraat. E vond richting in haar leven, de kerk waar ze naartoe ging kreeg een nieuwe predikant die veel over genade predikte, ze pakte werk op in de kerk, vond een opleiding en een baan die bij haar pasten en is zelfs een studie pastorale therapie gaan doen. Ook heeft ze openbare belijdenis van haar geloof afgelegd en heb ik haar enorm zien groeien als mens.
Een paar jaar terug kreeg ik van haar een kaart. Dat ze me zo dankbaar was voor die paar dagen. Dat toen haar hart is veranderd en ze God is gaan vertrouwen. Dat ze nu wéét dat ze gered is, en waardevol voor God. Wat ze zei vond ik zo mooi: Je hebt me God laten zien. God was met ons. Dat is het woord voor onze relatie: Immanuel. Steeds als ik die naam hoor, denk ik aan E. Aan die wonderlijke paar dagen.
Ik vertel dit niet om eens lekker te laten zien hoe ik geholpen heb een zieltje te redden. Ik ben ervan overtuigd dat E hoe dan ook de waarheid had ontdekt- ze was tenslotte als kind gedoopt en ik geloof dat, als God een belofte aangaat zoals Hij doet met de doop, hij die belofte nooit loslaat. Ik vertel jullie dit omdat ik het een wonder vind dat God mij – miezerige, onzekere, angstige mij- wilde gebruiken om één van Zijn geliefde kinderen de waarheid over haar leven te vertellen. Om haar te bevrijden van angst en onzekerheid.
Natuurlijk was E’s leven niet meteen anders. Ze is begonnen en weer gestopt met een opleiding, ze heeft heel akelige ervaringen gehad op stages en veel van haar onzekerheid over haar uiterlijk en haar problemen met assertiviteit zijn gebleven. Maar daar werkt ze aan. Heel dapper gaat ze door, omdat ze nu wéét dat ze de moeite waard is. (en mocht je het weer vergeten zijn, E, dan is hier je herinnering!)
Vorig jaar hadden we afgesproken om samen te gaan eten. Tussen neus en lippen door vertelde ze een verhaaltje. Dat ze wel eens met kinderen werkte, en dat die dan wel eens vroegen waarom ze zoveel sproeten heeft. Ze zei dat tegenwoordig haar standaard antwoord is: mijn sproeten zijn kusjes van God. Probeer ze maar ’s te tellen. Zóveel houdt God van mij. Ik heb de halve nacht met dikke tranen op mijn wangen God gedankt voor dat verhaal. De ooit zo gehate sproeten zijn nu een teken van God’s liefde voor haar!
Zo zie je maar weer, God werkt op mysterieuze manieren. Ik hoop dat dit verhaal je inspireert om dit jaar niet alleen Jezus te gedenken en te verwachten, maar ook om Zijn Geest in je hart uit te nodigen. Hij is zo liefdevol, zó goed! Zo goed dat Hij ook mij wilde gebruiken. En als God je gebruikt, ook al is het om een ander te helpen, blijf je zelf ook niet onveranderd. Ik heb zelf gezien, gehoord en gevoeld dat God mij helemaal leidde. Dat Hij in staat is tot grootse dingen, zelfs in de kleinste mensen. Er zijn veel meer momenten geweest dat ik God’s Geest duidelijk ervoer. En ik kan er ook echt naar verlangen. Ik hoop dat jullie dat gevoel ook kennen, en het ook (gaan) meemaken.
Het onderstaande lied geeft precies weer hoe ik me voel aan het einde van dit verhaal. Why me, God? Can You use even me?!
So Great a Salvation by the O.C. Supertones on Grooveshark
In the Netherlands, Christmas Eve isn’t really a thing. Maybe it is to the people who give each other presents, but compared to other countries that doesn’t happen that much around here. The shops do close earlier, and there’s aways this vibe of anticipation in the air. Everyone who has enough to spend and people to spend Christmas with, has stocked up their home with food and decorations. Or they’ve bought just an extra candle and prepared a modest meal. What I always think about on Christmas Eve is Emmanuel: God with us. That name of Jesus has a very special meaning to me. I’d like to share that story with you.
Before I start this story, I want to emphasize a few things. I’m going to talk about ‘heavier’ and ‘lighter’ churches. That’s just an expression, not a judgement. I think and know that no church is perfect. The ‘heavier’ churcvhes I desribe, aren’t wrong. I have a lot of admiration for the people who go to them. My friend E, about whom I write, goed to a ‘heavier’ church than mine, but that absolutely doesn’t mean that people are wrong there. Most churches have their own ‘thing’, whether it’s sin, grace, baptism, celebrating the Sabbath or speaking in tongues, every church has a priority. That’s first.
Secondly I’m going to mention the Holy Spirit. The Christian church teaches that God is a holy Trinity: God the Father, God the Son and God the Holy Spirit. They are three persons, but they are one together. I write about my experiences with the Holy Spirit. For a believer it may be a little ‘wonderful’, but I can imagine that this story might seem like a scene from ‘the exorcist’, like I was totally posessed, to an unbeliever. I want to comfort you there: I wasn’t! When Gods Spirit works in you, He leads you and He gives you the words to speak. But He néver lets you do things that aren’t okay, that are against your faith or any other exorcist-crap. Well, now to the story:-)
I have a friend, E, whom I’ve known since I was eleven. I had placed an ad for a penpal on the children’s page of a magazine from the Evangelical TV network, and she was one of the many responders. I took all the letters I got because of my ad with me to school to show them to my friends and make a selection. Some choices were easy: her because she had a horse and I loved horses, her because she had the same hobbies (writing, reading, singing) as me, her because she was adopted (how cool!) and her because she already seemed so mature for her age and we thought I could maybe learn a thing or two from her. E’s letter didn’t stand out. It was very short, wasn’t written on beautiful paper and we didn’t seem to have anything in common. My friends banned it to the ‘absolutely not’ pile immediately. I secretly snuck it out of there, because I had this idea that I had to write this girl. That this was important. I don’t know why, but the letter spoke to me.
I started writing with everyone, and after a few years almost everyone faded away. E didn’t. She had a best friend that wanted to write to my (then) best friend. It went on for a while until we decided to have a sleepover. E lives in another part of the country, a part where they speak in a dialect. I sometimes didn’t understand her when she talked to her family, but we certainly connected. I was introduced to everyone and had a great time. The contact between her and my friend stopped, but we kept writing. We also had sleepovers regularly.
I think we were about sixteen years old when she came for a sleepover at our home. Americans are familiar with the term ‘Bible Belt’- well, we are too! Some parts of our country are what we call ‘heavyly’ Christian. And by heavy I mean: no TV in the home, and certainly no watching it on Sundays, wearing only black, long skirts and hats to church, no playing outside, riding a bicycle or driving a car on Sunday, listening to sermons about hell and damnation in the small village churches, singing Psalms with every note the same length, worrying for hours if you are chosen by God or not… I grew up in a church where the older women wore harts, but it was absolutely not a rule, and now almost nobody wears one anymore. A church where you could come in every colour and aren’t frowned upon anymore when you wear a pair of pants as a woman, where you are allowed to play outside on Sunday’s, where we changed from singing non-rhytmical to rhytmical, were we got the message about hell and condemnation, but where the emphasis was and is placed on Jesus saving us from that if we only believe in Him, and everyone can be saved when we just follow Him. I AB-S)-LU-TE-LY don’t want to say with this that my ‘lighter’ church is better than a heavier one. My church is, in it’s turn, heavy compared to an Evangelical congregation. And believe me, in my village we have enough churches to compare ours to. I live in the middle of the Bible belt, and that leads to at least eleven different churches in a village of 18.000. Sometimes I admire people from heavier churches. Some of them hear every Sunday that they’ll never be enough for God. That they have to have a supernatural experience (that then has to be examined by a commission) to be able to make a public confession of their faith. That hear that only a handful of people are chosen by God, so you’ll never know if you belong to Him or get to go to heaven. And still they keep on hoping, believing, serving their God. Some people wear black clothes because they are so aware of their sins that they don’t want to dress too frivolous. Some of them wear skirts (and not just on Sundays, all the time), because the Bible says it’s not good when a woman dresses like a man. And some of them wear hats in Gods house because Paul said that your head has to be covered out of respect for the Lord. All of this happens often out of pure love for God, faith in His word but als often it’s out of tradition. There are followers in every church, people to whom faith is more tradition than something living.
E comes from a part of our country where are mostly ‘heavy’ churches. It’s been that way for hundreds of years, and some people fight hard to keep it from changing. I can understand that. It can be very comforting to get seated on your regular seat in church every week (and when everyone who is in church every week is there, lights go out and guest can find a left over spot). To put on your regular Sunday skirt every Sunday and put on your hat. To believe everything the reverent says. And to hear every week: you are a sinner, you totally ruined everything with God. And sometimes, very little, you quietly hear good news trough that message: Jesus died for our sins. A lot of people are comfortable in knowing they are sinners. It has become their identity, it weighs them down heavily and the entire idea of ‘being chosen’ makes them even more sure of their case: God doesn’t want me, but I will keep hoping until I die. That’s how I came to know E’s faith life when she came to stay with us.
E could still wear colour to church, but these ideas had nestled deeply into her heart and head. She never heard any different than ‘you are not good enough for God.’ She kept repeating: how do you know God has chosen you? If God wants to take you in? Haven’t I sinned too much? Why did Jesus die for sins when only a few of us get saved? Why am I not enough? What do I do to earn Gods love? Her parents wrestled with those same questions, and I think that, unknowingly, they passed on this insecurity. An insecurity that didn’t only dictate her faith life, but her whole life. She wanted to get rid of her (beautiful!) freckles, she thought she was too fat (she wasn’t at all!), she was shy, didn’t really know what to do with her life and was generally very unsure and what we in Dutch call a ‘doemdenker’, a ‘doom thinker’.
During the few days she spent with us, all we really did was talk. Talk about her doubts, her deep fear of never being good enough, about election by God, about Jesus’ sacrifice, about grace and mercy and trying to become saved by doing things for God. About special experiences you have to have to belong to the little group that belongs with God, about sin.
I didn’t know what happened to me those few days. Firstly because her faith life was so very different from mine and só many people lived in this uncertainty, but also because I had never experienced Gods Holy Spirit like this before. Of course the Holy Spirit had been in my life for a long time by then: I invited Him into my heart when I was eleven and since then He has helped me to understand God better, to trust more, to talk to Him closer and to shake off the encounters I had with the darkness. More on that later, by the way. Anyway, I have never experienced the Holy Spirit like I did in that weekend! We learned a lot from each other, but most of all we’ve learned a lot from God. I got to explain things to E of which I had no knowledge – answer her questions while I didn’t have the answers and there even was a completely logical explanation for the question of who gets to be chosen- even though right now I really wouldn’t know anymore what that explanation was and I tend to go with my guts on that issue now. It was réally weird. I heard myself speak and thought: ‘But I don’t even knów this! How can I say this?’ And then, when I got the Bible and searched for it, it was all right. I’m not a person who knows where to find passages in the Bible AT ALL, but now I could just open my Bible and see them. I talked and talked, explained and comforted, and I saw E change. From being sceptical (yes, that’s how you’ve learned it, but I didn’t) to hope (could it be true?) to faith. Those were by far the most absurd days I have ever lived. Just because Gods Spirit took charge so obviously and wanted to use me – ME! I felt totally filled with His love, His word, His Spirit. And that was very clear for E too. We have been laughing uncontrollably a couple of times because I just couldn’t stop talking about Gods love for her, His mercy, His sacrifice and His offer to all mankind. It was surreal.
The years after those days we have mainly talked about our faith. E found direction in her life, the church she went to got a new preacher who talked a lot about mercy, she took on work in the church, found an education and a job that were made for her and even studied pastoral therapy. She also publicly pronounced her faith and I’ve really seen her grow as a human being.
A few years back I recieved a card from E. She wrote that she was so grateful for those days. That that was when her heart changed and she learned to trust God. That she now knóws she’s saved, and valuable to God. I found what she said so beautiful: You have showed me God. God was with us. That’s the word for our relationship: emmanuel. Every time I hear that name, I think about E. About those strange, wonderful days.
I’m not telling you this to brag about how I helped save a soul. I’m convinced E would have discovered the truth no matter what – after all, she was baptized as a kid and I believe that, when God makes a promise like He does with a baptism, He never lets go of that promise. I’m telling you this because I think it’s a miracle that God used me – tiny, insecure, fearful me – to tell one of His beloved children the truth over her life. To free her from fear and insecurity.
Of course E’s life wasn’t totally changed at once. She started and quit an education, has had very awful experiences while interning and much of her problems with her appearance and assertiveness have stayed. But she’s working on it. Very bravely she’s pushing on, because now she knóws she’s worth it. (And in case you forgot again, E, here’s your reminder!)
Last year we met up to have dinner together. Like it was nothing she told me a little story. About how she worked with children every once in a while, and that these kids sometimes ask why she has so many freckles. She told me that these days her standard answer is: my freckles are kisses from God. Try counting them. God loves me thát much! I’ve been up all night with big tears on my cheeks thanking God for that story. The once thoroughly hated freckles are now a token of Gods love for her!
So, you see, God works in mysterious ways. I hope this story inspires you to not just remember and expect Jesus this Christmas, but to also invite His Spirit into your heart. He is só loving, só good! So good that He wanted to use me. And when God uses you, even if to help another, it changes you too. I have seen, heard and felt that God led me wholly. That He is capable of great things, even in the smallest people. There have been a lot more moments when I experienced Gods Spirit. And I can really long for it. I hope you know that feeling too, and (will) experience it.
The song beneath exactly sings how I feel at the end of this story. Why me, God? Can You use even me?!
So Great a Salvation by the O.C. Supertones on Grooveshark
