English text below!
Deze week link ik mijn site met SheReadsTruth om na te denken over Jona drie en vier.
In Jona drie en vier gaat het verhaal van Jona verder nadat hij is uitgespuugd door de grote vis die hem had opgeslokt. Jona gaat, warempel, naar Ninevé en verkondigt daar Gods boodschap: De stad zal verwoest worden. De inwoners van Ninevé nemen Jona’s oproep heel serieus en tonen berouw. Zelfs de koning van de stad trekt zijn koninklijke gewaad uit en hult zich in zak en as. God ziet dat heel de stad berouw toont en besluit zich te bedenken. Hij zal geen oordeel vellen over Ninevé. Een prachtige uitkomst, zou je zeggen. Maar Jona is het er niet mee eens. Hij wordt zelfs kwaad.
Hij zegt: 'Want ik wist dat U een genadig en barmhartig God bent, geduldig en rijk aan goedertierenheid, Die berouw heeft over het kwaad. Nu dan, neem mijn leven weg, want het is voor mij beter te sterven dan te leven.' Hij vindt het niet eerlijk dat God berouw heeft getoond en besloten heeft de stad niet te straffen. God reageert heel nuchter: ben je wel terecht boos, Jona?
Wat is het nu wat Jona zo kwaad maakt? En herkennen wij er iets in? Ik las een keer de uitspraak: Don’t be angry at me because I sin differently from you (wees niet boos op me omdat ik anders zondig dan jij). En misschien ligt daar wel de kern. Jona heeft gezondigd en werd vergeven. Maar naar zijn inzien heeft Ninevé heviger gezondigd, is de stad de redding voorbij.
Dit stukje van het verhaal van Jona doet me denken aan een gelijkenis die Jezus vertelde over de onbarmhartige knecht. In die gelijkenis wordt een knecht bij de koning geroepen omdat hij hem geld schuldig is. De knecht smeekt de koning of hij hem de tijd wil geven alles terug te betalen. De koning is met ontferming bewogen en scheldt hem alle schulden kwijt. Maar zodra de knecht buiten komt, komt hij een andere knecht tegen die hém weer geld schuldig is. Deze knecht vraagt hem ook om tijd de schuld te betalen, maar de eerste knecht weigert het hem te geven. Hij werpt hem zelfs in de gevangenis! Als de koning dat hoort, besluit hij de eerste knecht zélf in de gevangenis te gooien omdat hij zo onbarmhartig is geweest. Hiermee wilde Jezus laten zien dat het van het grootste belang is de misdaden van een ander te vergeven. De misdaden tegen jezelf, maar ook de misdaden in het algemeen.
Wat ik me nu afvraag is waarom Jona de zonden van Ninevé niet kon vergeven en God wel. Misschien is het wel heel simpel. God is God. Zijn wegen zijn niet onze wegen. Zijn trouw en liefde zijn zoveel groter dan die van een mens.
In het vervolg van Jona laat God Jona iets zien door een boom. Een boom die in een nacht opkomt maar ook in een nacht weer dood gaat. Jona maakt zich daar erg druk om en God zegt: Ú ontziet die wonderboom, waarvoor u niet gezwoegd hebt en die u niet hebt laten groeien, die in één nacht ontstond en in één nacht verging. Zou Ík dan die grote stad Ninevé niet ontzien, waarin meer dan honderdtwintigduizend mensen zijn die het verschil tussen hun rechter- en hun linkerhand niet weten, en daarbij veel vee?
Ik heb een keer een interview gezien met een vrouw die allerlei vrienden had verloren bij de volkerenmoord in Rwanda. Op een gegeven moment was haar verdriet en boosheid zo groot dat ze het uitschreeuwde naar God: ‘God, kan het u dan niets schelen?! ‘ Het werd meteen erg donker en het begon te regenen. God zei tegen haar: ‘dit zijn mijn tranen om mijn kinderen. Ik vind het zo verschrikkelijk wat er is gebeurd! Het zijn mijn kinderen, ik heb ze gemaakt. Denk je nu echt dat het mij niets kan schelen?’
God is anders dan mensen. Hij vergeeft graag, is vol liefde en geeft graag tweede, derde en honderdderde kansen. Dat is wat ik voornamelijk uit het verhaal van Jona haal.
This week I link my post with SheReadsTruth to think about Jonah three
and four.
In Jonah three and four the story of jonah continues after He came out
of the fish that swallowed him. Jona goes to Nineveh and there he
proclaims Gods message: The city will be destroyed. The people of nineveh
take Jonah’s call very seriously and show remorse. Even the king of the
city gets out of his royal robes and clothes is as hand sackcloth. God
sees that the whole city shows remorse and He decides to change His mind.
He won’t judge Nineveh. A beautiful outcome, don’t you think? But Jonah
doens’t think so. He even gets mad. He says: Because I knew You are a
kind and merciful God, and you are very patient. You always show love,
and you don’t like to punish anyone, not even foreigners. Now let me die!
I’d be better off dead. He doen’t think it’s fair God changes His mind
and decides to not punish the city. God on the other hand reacts very
sobering: Are you rightly mad, Jonah?
What is it that makes Jona so mad? And do we see something of ourselves
in him? I once read the saying: ‘Don’t be angry at me because I sin
differently from you’. And maybe that’s where the root of the problem is.
Jonah sinned and was forgiven. But the way he sees it, Nineveh sinned way
worse and is beyond saving.
This piece of the story of Jonah reminds me of a story Jesus told about
the incompassionate slave. In that story, a slave is called by the king
because he ows the king money. The slave begs the king to give him time
to pay everything back. The king takes pity on the slave and decides to
absolve the slave. But as soon as the slave comes outside, he runs into
another slave that ows hím money. This slave also asks him for time to
repay the debt, but the first slave refuses to give him time. He even
trows him in jail! When the king hears this, he decides to throw the
first slave in jail because he was so incompassionate. With this story,
Jesus wants to show how super important it is to forgive. Not only the
crimes committed to yourself, but also the general ones.
I wonder why Jonah couldn’t forgive the sins of Nineveh and God could.
Maybe the answer is very simple. God is God. His ways aren’t our ways.
His love and mercy are so much greater that those of a human being.
In the next part of Jonah, God shows something to Jonah trough a tree.
A tree that comes up in one night but also dies in one night. Jonah
worries himself sick about is and God says: ‘You have been concerned
about this plant, though you did not tend it or make it grow. It
sprang up overnight and died overnight. And should I not have concern
for the great city of Nineveh, in which there are more than a hundred
and twenty thousand people who cannot tell their right hand from their
left—and also many animals?’
I once saw an interview with a woman who lost a lot of friends in the
genocide in Rwanda. At a certain moment her sadness and anger were so
great she shouted to God: ‘God, don't you even care?!’ It started to
get dark immediately and it began to rain. God said to her:’ these are
my tears for my children. I find what happened devestating. These were
my children, I made them. Do you really think I don't care?’
God is different from people. He loves to forgive, is full of love and
likes to give second, third and hundredandthird chances. That’s what
exites me most about the story of Jonah.
